Arthrosamid is een relatief nieuwe behandeling voor artrose, met studies die aantonen dat het tot vijf jaar effectieve verlichting biedt.

In Nederland worden behandelrichtlijnen voor heup- en knieartrose ongeveer elke 5 tot 10 jaar herzien. Deze richtlijnen bepalen welke behandelingen worden aanbevolen door orthopedisch chirurgen en andere medische beroepsgroepen, zoals huisartsen en fysiotherapeuten. Hoewel Arthrosamid mogelijk in de volgende herziening wordt overwogen, is de kans klein dat het direct als eerste behandeloptie wordt opgenomen. De wetenschappers die deze richtlijnen ontwikkelen, vereisen uitgebreid bewijs voordat nieuwe therapieën worden opgenomen, gezien hun conservatieve aanpak waarbij alle opties en belangen zorgvuldig worden afgewogen. Dit roept de vraag op of corticosteroïde-injecties, gezien de huidige kennis, aan dezelfde strenge beoordeling zouden moeten worden onderworpen.

Zorgverzekeraars hanteren deze richtlijnen strikt en vergoeden behandelingen alleen als ze hierin zijn opgenomen. Uit een recente studie blijkt echter dat dit beleid niet altijd kostenefficiënt is. Een analyse van patiëntgegevens over een periode van tien jaar toont aan dat 56% van de patiënten die destijds een enkele Arthrosamid-injectie hebben gekregen, tot op heden (april 2025) nog geen gewrichtsvervangende operatie hebben ondergaan. Dit suggereert dat een gerichte inzet van Arthrosamid bij patiënten jonger dan 70 jaar aanzienlijke besparingen voor verzekeraars zou kunnen opleveren.

Wij zetten ons in om de mogelijkheden van Arthrosamid onder de aandacht te brengen en hopen dat zorgverzekeraars de behandeling in de toekomst volledig of gedeeltelijk zullen vergoeden. In enkele Europese landen wordt momenteel onderzocht of vergoeding tot de mogelijkheden behoort. Samen kunnen we bijdragen aan een bredere acceptatie van deze innovatieve behandeling.