Pijn bij artrose kent vele factoren. Men denkt dat veranderingen in het gewricht kunnen bijdragen tot de pijn die wordt gevoeld.
Synoviale vloeistof: De vloeistof in het gewricht wordt aangetast en is minder goed in staat om zijn beschermende, smerende en dempende functie uit te oefenen.
Gewrichtskapsel: Het weefsel kan dik en gezwollen raken, en soms ontstoken waardoor pijnreceptoren worden geactiveerd.
Kraakbeenoppervlakken: Naarmate artrose voortschrijdt, wordt het kraakbeenweefsel afgebroken. Op röntgenfoto’s is te zien dat de spleet tussen de gewrichtsbeenderen (normaal gescheiden door kraakbeen) smaller wordt en kan al het kraakbeen verwijderd zijn, waardoor een “bot op bot”-verbinding ontstaat. In dit stadium wordt bewegen zonder pijn vaak moeilijk.
Botten (dijbeen en scheenbeen): Als reactie op de slijtage beginnen er benige uitlopers te groeien die ‘osteofyten’ worden genoemd en die de beweging beperken en een andere bron van pijn zijn.