Artrose is de meest voorkomende vorm van artritis en kan ervoor zorgen dat gewrichten stijf en pijnlijk aanvoelen. Het komt vaker voor bij oudere mensen, maar kan ook bij jongere mensen voorkomen, vooral als er letsel aan een gewricht is geweest. Soms veroorzaakt artrose dat de gewrichten opzwellen en van vorm veranderen en soms maken de gewrichten knarsende of krakende geluiden.

De symptomen van artrose kunnen nogal verschillen. Soms is er helemaal geen pijn en soms kan de pijn hevig zijn en is het moeilijk de gewrichten te bewegen. Soms gaat pijn bij artrose gepaard met zwelling en locale warmte en in andere gevallen is dit veel minder. Er kan spierverlies rond de gewrichten optreden, waardoor ze zwakker aanvoelen. Bijna alle gewrichten kunnen artrose ontwikkelen. De meest voorkomende plaatsen zijn de vingers, duimen, knieën en heup, maar ook de onderrug en de nek.

Artrose is een complex proces waarbij er verschillende chemische processen zich afspelen in het gewricht en in het lichaam. Niet al deze processen begrijpen we evengoed. Steeds meer kennis krijgen we over de behandeling en oorzaak van artrose zodat er ook steeds nieuwere behandelmethodes op de markt komen en een gewrichtsvervangende operatie uitgesteld kan worden.

Artrose (ook wel osteoartritis genoemd) is een chronische gewrichtsaandoening waarbij het kraakbeen in een gewricht langzaam afslijt. Het is de meest voorkomende vorm van reuma en treft vooral gewrichten zoals de knieën, heupen, handen en wervelkolom. Bij artrose verandert niet alleen het kraakbeen, maar ook het onderliggende bot, het gewrichtskapsel en de omliggende spieren en pezen.

Onderstaande een uitgebreide opsomming waarbij oorzaak en gevolg niet altijd even duidelijk zijn 


Kenmerken van artrose

  1. Slijtage van kraakbeen:

    • Kraakbeen is het gladde, elastische weefsel dat de uiteinden van botten beschermt en wrijving vermindert. Bij artrose wordt dit kraakbeen dunner, broos en ruw, waardoor botten tegen elkaar kunnen schuren.

  2. Ontsteking en zwelling:

    • Het gewrichtskapsel en het slijmvlies (synovium) kunnen ontstoken raken (synovitis), wat pijn en stijfheid veroorzaakt.

  3. Botveranderingen:

    • Het lichaam vormt vaak extra bot (osteofyten of “papegaaienbekken”) aan de randen van het gewricht, wat de beweging kan beperken.

    • Het bot onder het kraakbeen wordt harder en dikker (subchondrale sclerose).

  4. Verminderde gewrichtsvloeistof:

    • De kwaliteit van de synoviale vloeistof (die het gewricht “smeert”) verslechtert, waardoor wrijving toeneemt.


Symptomen

  • Pijn: Vooral bij beweging of belasting (bijv. traplopen, tillen).

  • Ochtendstijfheid: Korte stijfheid na rust (meestal <30 minuten).

  • Krakend geluid (crepitaties): Bij het bewegen van het gewricht.

  • Zwelling: Door ontsteking of vochtophoping.

  • Verminderde beweeglijkheid: Moeite met buigen, strekken of lopen.


Oorzaken en risicofactoren

  • Leeftijd: Komt vaker voor bij mensen ouder dan 45 jaar.

  • Overgewicht: Extra belasting van gewrichten (vooral knieën en heupen).

  • Eerdere blessures: Bijv. een gescheurde meniscus of bandletsel in de knie.

  • Overbelasting: Door zwaar werk, sport of verkeerde houdingen.

  • Genetische aanleg: Familieleden met artrose vergroten het risico.

  • Geslacht: Vrouwen hebben vaker artrose dan mannen.


Verschil met andere vormen van artritis

  • Artrose = “slijtage” (meestal lokaal in 1-2 gewrichten).

  • Reumatoïde artritis = auto-immuunziekte (ontsteking in meerdere gewrichten).

  • Jicht = acute ontsteking door urinezuurkristallen.


Diagnose

  • Lichamelijk onderzoek: Beoordeling van pijn, zwelling en beweeglijkheid.

  • Röntgenfoto’s: Laat botveranderingen en vernauwing van de gewrichtsspleet zien.

  • MRI: Toont details van kraakbeen, meniscus en ontsteking.

  • Bloedonderzoek: Om andere aandoeningen (zoals reumatoïde artritis) uit te sluiten.


Behandeling

Artrose is niet te genezen, maar klachten kunnen wel worden verminderd:

  1. Leefstijl: Gewichtsverlies, beweging (zwemmen, fietsen).

  2. Fysiotherapie: Spierversterking en stabiliteitstraining.

  3. Pijnstillers: Paracetamol, NSAID’s (bijv. ibuprofen) of lokale gels.

  4. Injecties: Corticosteroïden of hyaluronzuur.

  5. Chirurgie: Bijv. een knie- of heupprothese bij ernstige slijtage.


Belangrijk om te weten

  • Artrose is geen “ouderdomsslijtage”: Het kan ook op jongere leeftijd ontstaan, vooral na een blessure.

  • Bewegen blijft cruciaal: Het houdt spieren sterk en gewrichten soepel, zelfs met artrose.

 

Pijnklachten door artrose in de knie ontstaan door een combinatie van factoren:

  1. Slijtage van het kraakbeen:

    • Het beschermende kraakbeen in het kniegewricht wordt dunner en brozer. Hierdoor schuren de botten (femur en tibia) tegen elkaar, wat pijn veroorzaakt. Hoewel kraakbeen zelf geen zenuwen heeft, wordt de pijn veroorzaakt door irritatie van omliggende structuren.

  2. Ontstekingsreacties:

    • Bij artrose komt vaak een milde ontsteking voor door het vrijkomen van ontstekingsstoffen (zoals cytokines). Deze stoffen prikkelen zenuwuiteinden in het gewricht, wat zwelling en pijn verergert.

  3. Botveranderingen (osteofyten):

    • Het lichaam probeert het gewricht te “herstellen” door extra bot (osteofyten of “papegaaienbekken”) aan te maken. Deze knobbels kunnen tegen omliggende weefsels of zenuwen drukken.

  4. Irritatie van het gewrichtskapsel en synovium:

    • Het gewrichtskapsel (met zenuwen) en de synoviale vloeistofproducerende laag kunnen ontstoken raken (synovitis), wat direct pijnsignalen geeft.

  5. Spierzwakte en overbelasting:

    • Spieren rond de knie (zoals de quadriceps) verzwakken vaak door minder beweging. Dit vermindert de stabiliteit, waardoor het gewricht extra belast wordt.

  6. Beschadiging van andere structuren:

    • Artrose gaat vaak samen met slijtage van de meniscus of ligamenten (bijv. na een blessure). Dit leidt tot extra mechanische pijn bij beweging.

  7. Mechanische stress:

    • Activiteiten zoals traplopen of lang staan vergroten de druk op het aangetaste gewricht. Overgewicht versterkt dit effect aanzienlijk.

  8. Zenuwirritatie:

    • Zwelling of osteofyten kunnen zenuwen (bijv. de nervus saphenus) beknellen, wat uitstralende pijn veroorzaakt.

  9. Psychologische factoren:

    • Chronische pijn kan leiden tot stress of somberheid, waardoor de pijnbeleiding erger wordt (pijn-hersenconnectie).

  10. Centrale sensitisatie:

    • Langdurige pijn kan het zenuwstelsel overgevoelig maken, waardoor zelfs kleine prikkels als pijnlijk worden ervaren.

Risicofactoren die pijn verergeren:

  • Leeftijd, overgewicht, eerdere knieblessures, zware belasting (bijv. sport/werk), en genetische aanleg.

Kortom, de pijn bij knieartrose is een complex samenspel van mechanische slijtage, ontsteking, en veranderingen in weefsels en zenuwen. Een combinatie van leefstijlaanpassingen en medische behandelingen is vaak nodig voor verlichting.

Pijnklachten bij knieartrose kunnen worden verminderd door een combinatie van leefstijlaanpassingen, niet-medicamenteuze behandelingen, medicatie en (in ernstige gevallen) chirurgie. Hieronder vind je een overzicht van effectieve strategieën:


1. Leefstijlaanpassingen

  • Gewichtsverlies:
    Elke 5 kg gewichtsverlies kan de druk op de knie met 15-30% verminderen. Dit vertraagt slijtage en vermindert pijn.

  • Beweging:

    • Spierversterking: Oefeningen voor quadriceps, hamstrings en bilspieren (bijv. fietsen, leg raises, wandelen) stabiliseren de knie.

    • Low-impact activiteiten: Zwemmen, aquajoggen of fietsen belasten het gewricht minder.

    • Mobiliteitsoefeningen: Yoga of stretchen verbetert de flexibiliteit en vermindert stijfheid.


2. Niet-medicamenteuze behandelingen

  • Fysiotherapie:
    Een fysiotherapeut kan oefeningen op maat aanbieden en technieken zoals manuele therapie of taping gebruiken.

  • Warmte/koude therapie:

    • Warmte: Ontspant spieren en vermindert stijfheid (bijv. warmtekussentje voor activiteit).

    • Koude: Vermindert zwelling en acute pijn (ijspakking na inspanning, maximaal 15 minuten per keer).

  • Hulpmiddelen:

    • Kniebrace of -orthese: Ondersteunt het gewricht en verdeelt de druk.

    • Steunzolen of schoenen met demping: Verminderen schokken bij lopen.

  • Aanpassingen in dagelijkse activiteiten:
    Vermijd langdurig staan, hurken of traplopen. Gebruik een wandelstok indien nodig.


3. Medicamenteuze behandelingen

  • Pijnstillers:

    • Paracetamol: Eerste keus voor milde pijn (maximaal 4x 500 mg/dag).

    • NSAID’s (ibuprofen, naproxen): Verminderen ontsteking en pijn, maar hebben bijwerkingen (maag, nieren). Gebruik kortdurend of in gelvorm (bijv. diclofenacgel).

  • Injecties (eventueel alternatieven voor Arthrosamid (met veel kortere therapeutische werking):

    • Corticosteroïden: Snelle pijnverlichting bij ontsteking (effect houdt enkele weken aan). NIET VAKER DAN EEN ENKELE KEER!!! (in verband met nadelige bijwerkingen op kraakbeen, bot en weke delen en organen)

    • Hyaluronzuur: “Smeert” het gewricht, effect kan maanden aanhouden (wisselend effect per persoon).

    • PRP-injecties (platelet-rich plasma): Ontstekingsremmend en groeifactoren belangrijk voor veel processen op cellulair niveau.

    • Doelgerichte PRP injecties: Hierbij wordt het bloedplaatjesrijke plasma vooraf aan de injectie geactiveerd. Hierdoor is de behandeling effectiever.
    • Kiomedine: Een speciaal bewerkt subtract van een paddestoel met een grote hoeveelheid anti-oxidanten. Zorgt voor een betere smering van de knie en activeert het lichaam tot het maken van macrophagen zogenaamdfe opruimcellen die naast het opruimen van de Kiomedine eiwitten produceren die ontstekingsremmend werken (InterLeykine)
    • Arthrosamid:
  • Voedingssupplementen:
    Glucosamine en chondroïtine kunnen bij sommigen helpen, maar wetenschappelijk bewijs is beperkt.


4. Alternatieve therapieën

  • Acupunctuur:
    Kan pijn tijdelijk verminderen via stimulatie van pijnremmende zenuwbanen.

  • TENS-therapie:
    Elektrische stimulatie van zenuwen vermindert pijnsignalen.


5. Psychologische ondersteuning

  • Cognitieve gedragstherapie (CGT):
    Helpt omgaan met chronische pijn en vermindert de impact op het dagelijks leven.

  • Mindfulness/ontspanningstechnieken:
    Verminder stress, wat de pijnperceptie kan verlagen.


6. Chirurgische opties (bij ernstige artrose)

  • Artroscopie:
    Alleen zinvol bij mechanische problemen (bijv. losse kraakbeenfragmenten).

  • Osteotomie:
    Correctie van beenstand om druk op de knie te herverdelen (bijv. bij O-benen).

  • Knieprothese:
    Bij uitgebreide schade vervangt een kunstgewricht het aangetaste gewricht, met vaak goed resultaat.

Als u last heeft van artrosepijn en de pijn niet onder controle wordt gehouden met eenvoudige pijnstillers en aanpassingen van de levensstijl, dan zou u geschikt kunnen zijn voor een behandeling met Arthrosamid®. Deze klachten zijn onafhankelijk van de graad van artrose, graad 1-4.  Om te weten of Arthrosamid® geschikt is voor u, consulteer dan uw arts.